Had me voorgenomen niet teveel te doen na een week puinruimen. Want je ziet het niet meteen maar mijn hele lichaam protesteert. Merk je toch dat je wat ouder wordt. Al kan ik me nog wel herinneren dat ik vroeger, lang geleden, ook pijn had na een dag hard werken. Ik begon op mijn 8ste jaar als boompjes legger bij Vermeer boomkwekerij voor 2,50 (gulden, das €1,15) per dag! Vanaf die tijd ging het hard, ik heb echt overal gewerkt, van boerenknecht tot kersenkeerder, van verzorgende in een bejaardentehuis tot wc-stortbakkenmaker bij de WISA fabrieken in Arnhem. En daar bij die WISA fabriek is het mis gegaan, of goed?
Ik was een jaar of 17 en leerde in die fabriek van die plastic stortbakken maken die vroeger boven een wc hingen. Niet dat dat moeilijk was, het enige wat je hoefde te doen was de klep van een machine dicht doen, 2 minuten wachten, de klep open doen, de stortbak eruit halen en de klep weer dicht doen. 2 minuten wachten en weer dezelfde handeling. Dat ging zo de hele dag door. In mijn ogen het meest zaaddodende baantje wat ik ooit heb gehad. Nu hadden ze daar een regeling dat je nooit de hele dag achter die machine hoefde te staan maar er was 1 man die dat wel deed. In mijn ogen was het een wat oudere man. Hij werkte er al 30 jaar waarvan een jaar of 8 met die machine. Zijn machine. In de pauzes had hij het altijd over zijn pensioen, hij moest nog 11 jaar en dan kon hij gaan genieten! Ik vroeg hem wat hij dan ging doen, hij moest wel wilde plannen hebben om zijn, in mijn ogen, gruwelijk eentonige bestaan wat kleur te geven. De beste man vertelde mij dat hij 1 grote hobby had, vissen. En dan vooral op karpers. Dat zijn van die grote beesten die bijna nooit bijten. Waarop je dagen en nachten kan wachten zonder dat er iets gebeurt. Hij viste ook altijd op dezelfde plek, een watertje bij zijn favoriete camping een kilometer of 5 van Arnhem vandaan. Daar had hij een stacaravan waar hij sws elke vrije dag samen met zijn vrouw heenging. Ze hadden geen kinderen, zijn vrouw las daar op die camping de Story en de Libelle en zorgde voor het eten, elke dag weer, wachten op die machine, op die vis, op je lunchpauze, op je pensioen, op de dood.
Voor mij was het na een week of drie wel duidelijk dat ik niet wilde wachten. Niet op een machine, niet op een vis en zeker niet op de dood. Ik nam mij voor het leven te leven! Er zoveel mogelijk uit te halen! Mensen te ontmoeten, te vermaken, lief te hebben, landen te zien, culturen te ontdekken, niet bang te zijn voor het onbekende, zeker niet voor de dood.