Tijden veranderen nou eenmaal, deal with it. Gisteren stond er weer een band in de kerk, op zich ben ik daar ondertussen wel aan gewend. Een band hoort erbij in moderne kerken, met nieuwe swingende liedjes. De oude psalmen kom je niet veel meer tegen. Snap ik, kan ik mee omgaan, gisteren stond er dan ook een best wel goede zangeres te swingen. Maar toen, begon, de voorganger door de muziek heen te praten en toen was ik de weg kwijt, wist niet meer waar ik naar moest luisteren. Ik ben echt een oude man aan het worden.
De voorganger had een goede preek. Gelukkig stopte de muziek na een tijdje en kon ik hem beter verstaan. De preek ging over het aanbidden, prijzen en bejubbelen van de Heer, en hoe belangrijk dat is. Als streng gereformeerd opgegroeid jongetje, in een dorpje waar ; “doe maar gewoon dan doede al gek genoeg,” het moto was, is het echt bejubelen van de Heer niet mijn tweede natuur, dat moet ik bekennen. De voorganger refereerde naar David, en dat verhaal heb ikzelf nu ook al twee x gelezen omdat het me intrigeerde. Hoe vrienden, vriendinnen, zelfs naasten van David zich voor hem schaamden omdat hij zo uit zijn dak ging als hij God aan het prijzen was. Ik moet bekennen dat zie je bij mij nog niet, daar valt nog wel wat te winnen.
Moet dat dan? Ja ik denk wel dat het belangrijk is dat ik wat schroom laat varen. Om nou net als David naakt door de straten te gaan dansen gaat mij nog wat ver maar ik mag mezelf best wel wat meer laten gaan. Tis natuurlijk veilig om lekker achterin de kerk te gaan zitten, daar fluisterend wat psalmen te zingen en dan weer naar huis maar dat is niet hoe ik Gods grootsheid eer aan doe, ik mag best wel wat meer laten zien.
Laat ik daar maar eens aan gaan werken. Als je binnenkort een krantenberichtje tegenkomt met ‘man gearresteerd voor naakt rondlopen in stad’ dan weet je dat het uit de hand is gelopen, maar daar ga ik niet van uit. Mijn gereformeerde inborst zit vrij diep merk ik, daar moet ik eerst maar eens vanaf….