Twee weken geleden had ik nog nooit van poeren gehoord, maar een veranda kan erop rusten, mits je ze in het zand slaat. De grond hier in Fryslan is alweer keihard, de sloten staan droog, de boeren rijden af en aan om het gras te oogsten. Ondanks een klets, maar dan ook kletsnatte winter is al het water wat is binnengekomen alweer professioneel afgevoerd. Een weekje wat warmer weer en de angstporno over klimaatverandering en droogteproblemen kunnen weer uit de kast, en alles is weer zoals het was…
Het is schokkend om te zien hoe wij onszelf, een leven lang, voor de gek kunnen houden alleen maar omdat we bang zijn te verliezen wat we denken te hebben. En het maakt echt geen reet uit wie ik spreek. Als ik met zo’n boer praat over hoe we omgaan met het beetje land wat we hier in Nederland hebben en hoe we ons rentmeesterschap verkwanselen voor een paar rot centen dan zegt zo’n man steevast dat dat nodig is om zijn bedrijf te runnen. Maar hetzelfde geld voor de eigenaresse van de kledingwinkel als het gaat om de gigantische vervuiling die haar business teweeg brengt. Dat is nodig om een succesvol bedrijfje op te zetten en dat heeft ze weer nodig om op vakantie te gaan, naar festivals en feestjes, om gelukkig te zijn. Dit is nou eenmaal het systeem waar we inzitten en we willen niets opgeven, we hebben het verdiend.
Ik val in herhaling, sorry! Ben ik hier wel op de goede plek? Ik had gehoopt hier in Fryslan nog mannen te vinden maar volgens Linn zijn die er niet. Zij kan het weten, ze is 19. Ze brullen misschien af en toe wat harder maar tis niets meer dan lawaai. Ook de Friezen zitten tot hun nek in de welvaartdrek. Tis niet anders…